Kinderen die regelmatig oefenen met taal, boeken sneller vooruitgang dan kinderen die het af en toe doen. Dat klinkt logisch, maar in de praktijk is het best een uitdaging. Huiswerk, sport, speelafspraken en schermtijd vechten allemaal om aandacht. Een simpele maandkalender in de keuken of bij het bureau geeft rust en duidelijkheid. Kinderen zien in één oogopslag wanneer ze woordenschat, spelling of zinsdelen oefenen en hoeveel ze al gedaan hebben. Voor veel kinderen werkt dat motiverend: het oefenen wordt geen verrassing meer, maar een vast onderdeel van de dag.
Op school werken leerkrachten vaak al met weekplanners op het bord. Door thuis ook met een maandkalender te werken ontstaat er een herkenbare structuur. Je kunt er bijvoorbeeld wekelijks een “taalmiddag” op markeren of korte oefenmomenten van tien minuten. Ouders die graag creatief zijn, kiezen soms voor een kalender met mooie illustraties of kunstwerken. De afbeeldingen maken de kalender aantrekkelijk en zorgen ervoor dat hij een fijne plek in huis krijgt in plaats van te verdwijnen in een lade. Wie graag zo’n overzichtelijke en visueel sterke kalender gebruikt, kan eens kijken naar de verschillende Bekking & Blitz maandkalenders.
Een taalvriendelijk ritme creëren met een maandkalender
Een maandkalender werkt het beste als hij wordt gebruikt als onderdeel van een vast ritme. Begin bij de start van een nieuw thema of hoofdstuk uit de taalmethode. Schrijf samen met je kind of leerlingen welke onderdelen geoefend moeten worden: woordenschat, woordsoorten, zinsdelen of leestekens. Verdeel dat vervolgens over de weken. Op maandag bijvoorbeeld alleen woordenschat, op woensdag zinsdelen en op vrijdag een korte herhaling met een spelletje. Door het op te schrijven, wordt het oefenen minder vrijblijvend en voelen kinderen zich meer eigenaar van hun eigen leerproces.
Veel kinderen vinden het prettig om zelf mee te beslissen. Laat ze bijvoorbeeld de kleurstiften kiezen waarmee de verschillende onderdelen worden gemarkeerd. Groen voor woordenschat, blauw voor werkwoordspelling, rood voor leestekens. Zet bij elk oefenmoment kort erbij wat je gaat doen: “woordenschat thema ‘feest’”, “oefenen persoonsvorm vinden” of “dictee met leestekens”. Zo is duidelijk dat het gaat om korte, behapbare taken en niet om een lange middag achter elkaar werken.
Motiveren met kleine mijlpalen
Een kalender leent zich uitstekend voor kleine, haalbare doelen. Spreek bijvoorbeeld af dat na vijf aangekruiste taal-oefenmomenten een beloning volgt, zoals een extra spelletje, voorleestijd of meebeslissen over het avondeten. Voor sommige kinderen werkt het goed om bij een voltooid oefenmoment een sticker te plakken of een vrolijk symbool te tekenen. De kalender verandert zo in een soort taal-logboek dat letterlijk laat zien hoeveel moeite er al is gedaan.
Ook op school kun je die aanpak gebruiken. Hang een grote kalender op een goed zichtbare plek in de klas. Noteer daarop de momenten waarop met woordenschat, taalkundig ontleden of leestekens wordt geoefend. Laat telkens een ander kind de taak hebben om na afloop een vinkje te zetten. Dat kleine ritueel maakt van oefenen een gezamenlijk project in plaats van een individuele opdracht die “moet”.
Creatieve manieren om kalenders met taal te verbinden
Een maandkalender is niet alleen handig om tijden te plannen. Je kunt hem ook gebruiken als vertrekpunt voor taalactiviteiten. Neem de dagen van de week en maanden van het jaar als thema voor woordenschat. Laat kinderen zinnen maken als: “Op woensdag speel ik voetbal” of “In de maand mei bloeien de bloemen”. Bij oudere kinderen kun je de kalender inzetten voor korte schrijfopdrachten: noteer op een paar dagen een schrijfprompt, bijvoorbeeld “schrijf drie zinnen over iets leuks dat deze week gebeurde” of “bedenk een zin met een bijvoeglijk naamwoord over het weer”.
De illustraties op een kalender zijn vaak een dankbare bron voor taalspelletjes. Kies één afbeelding en stel vragen: wat zie je allemaal, welke woorden passen hierbij, welk bijvoeglijk naamwoord maakt het beeld nog mooier? Kinderen kunnen een beschrijvende tekst schrijven, dialogen bedenken tussen figuren op de afbeelding of een kort verhaaltje verzinnen dat zich in die scène afspeelt. Zo wordt de kalender een natuurlijke brug tussen plannen en creatief taalgebruik.
Kalender als hulpmiddel bij woordenschat en herhaling
Herhalen is cruciaal bij woordenschatonderwijs, maar wordt vaak vergeten. Een kalender helpt je om die herhaling bewust in te plannen. Markeer bijvoorbeeld aan het begin van de maand wanneer nieuwe woorden worden geïntroduceerd en plan een week later een herhalingsmoment. Schrijf erbij welke woorden centraal staan of noteer alleen het thema. Door meerdere herhalingen in de kalender te zetten, bouw je automatisch een leerlijn op zonder dat je alles hoeft te onthouden.
Wie zowel thuis als op school met dezelfde thema’s werkt, kan de kalender gebruiken om de verbinding te leggen. Schrijf op de kalender welke woorden deze week centraal staan en stimuleer kinderen om die woorden in hun dagelijks leven te gebruiken. Aan het eind van de week kun je samen terugkijken: welke woorden zijn blijven hangen, waar zie je ze terug in boeken, op straat of online? Voor gezinnen en leerkrachten die het plannen van verschillende activiteiten willen combineren, bieden uitgebreide kalenders en planners extra overzicht.
Samenwerken tussen ouders en school met behulp van een kalender
Veel scholen stimuleren ouders om thuis extra te oefenen, maar de stap van “goed voornemen” naar daadwerkelijk doen is groot. Een gezamenlijke aanpak rond een kalender verlaagt die drempel. Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld aangeven welke oefeningen op een website als Taaloefenen.nl goed aansluiten bij het huidige thema. Ouders noteren die vervolgens op de kalender op dagen die passen binnen hun gezinsritme. Zo ontstaat een transparante samenwerking waarin iedereen weet wat er wanneer gebeurt.
Ook voor kinderen is die voorspelbaarheid prettig. Zij zien dat volwassenen onderling afstemmen en dat oefenen niet iets is dat er “even bij moet” tussen alle andere activiteiten. Door bewust ook rustdagen op de kalender te noteren, leren kinderen dat plannen niet betekent dat elke dag volgepropt wordt. Het gaat juist om balans: een paar korte, effectieve oefenmomenten per week hebben vaak meer effect dan één lange sessie waarbij de concentratie snel wegzakt.
Tips om meteen te starten
Wie direct met een kalender aan de slag wil, kan klein beginnen. Kies eerst één taaldoel, bijvoorbeeld woordenschat rond het volgende thema of het herkennen van persoonsvormen. Plan vervolgens drie korte momenten in de komende week en schrijf ze duidelijk op de kalender. Gebruik herkenbare codes of pictogrammen zodat kinderen zelf kunnen zien wat er op het programma staat. Na een paar weken kun je evalueren wat werkt en eventueel uitbreiden met extra onderdelen zoals zinsdelen of leestekens.
Blijf vooral flexibel. Als blijkt dat de woensdagmiddag structureel te druk is, verplaats het oefenmoment dan naar een rustiger moment. De kracht van een maandkalender zit in het overzicht en de mogelijkheid om bij te sturen. Wie die ruimte benut, ontdekt al snel dat regelmatig taal oefenen niet zwaar of saai hoeft te zijn, maar gewoon een logische en prettige gewoonte binnen de weekplanning kan worden.
Terug naar blog



